DE POSTVERWERKING IN NEDERLANDPostbezorging tot 1799In het Habsburgse Keizerrijk verzorgde Franz von Taxis sinds 1489 de postbezorging als postmeester van keizer Maximiliaan I. Zijn neef Johann Baptista von Taxis werd op 31 mei 1512 door Maximiliaan I als rijksridder in de rijksadel opgenomen en werd te Brussel algemeen hoofdpostmeester van keizer Karel V. In 1615 werd Lamoral von Taxis door Matthias van Oostenrijk tot erfelijk hoofdpostmeester van het Duitse rijk benoemd Stadsbesturen maakten daarnaast gebruik van hun eigen boden voor het vervoer van bv gerechtelijke stukken, en kooplieden hadden weer hun eigen bezorgers. In het noorden van Nederland waren al in de 16e eeuw, ten gevolge van de opstand die leidde tot de 80-jarige oorlog, eigen postdiensten ontstaan die nu dmv postritten te paard de Thurn und Taxis-organisatie beconcurreerden. Familiewapen Taxis Alle postbezorgingen in die tijd waren gebaseerd op de "Romeinse cursus publicus". Hierbij werd post door couriers te paard van halteplaats naar halteplaats vervoerd, waarbij de couriers telkens van paard wisselden. In het gewest Holland ontstond rond 1752 op initiatief van de toenmalige stadhouder Willen IV een premature vorm van postbezorging, die echter nog niet zorgde voor geregelde diensten. De routes werden meestal tussen twee grotere plaatsen uitgezet en werden middels advertenties in de kranten openbaar gemaakt, zoals blijkt uit twee krantenadvertenties uit 1745 en 1749. KLIK op de afbeelding hiernaast om de advertenties te lezen Ontstaan van de Nederlandse PosterijIn Nederland begon de officiële postverwerking op 15 Januari 1799, toen de postbezorging in Nederland naar Frans voorbeeld werd omgevormd tot een Nationale onderneming.Als vazalstaat van Frankrijk profiteerde het Hollandse postsysteem van de kennis en kunde van de goed ontwikkelde Franse posterijen. Volgens politici uit die tijd beschikte alleen de staat over alle middelen die nodig waren voor de "openbare vervoering van brieven". Maar ook vóór 1799 was er al officiëel sprake van Postkantoren, zoals blijkt uit een advertentie in de Rotterdamse Courant van 28 Januari 1796. KLIK op de afbeelding rechts, om de advertentie te lezen. In 1928 werd de officiële naam: Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT). De Postwet van 1807In 1807 werden de posterijen ondergebracht bij het Departement van Financiën. De eerste Postwet van 1807 regelde het staatsmonopolie op het verzamelen, vervoeren
en uitreiken van brieven. In 1809 richtte Lodewijk Napoleon de Paardenpost op, een dienst, die verantwoordelijk was voor de levering van het rijdend materiaal (paarden, koetsen etc.) ten
behoeve van reizende ambtenaren en regeringskoeriers. Doordat de postdienst een flinke bijdrage moest leveren aan de schatkist, kreeg het meer het karakter van een belastinginstituut dan van een verkeersdienst voor
iedereen. Maar langzaam veranderde de houding van de overheid. De Postwet van 1850Met de invoering van de vernieuwde Postwet in 1850, onder leiding van Jan R. Thorbecke aan het beging van de regeringsperiode van Koning Willem III, wordt actief
gewerkt aan de bouw van postkantoren in Nederland. Tegelijkertijd werd een vereenvoudigd (en aanzienlijk verlaagd) tariefstelsel ingevoerd. Het tarief werd afhankelijk gesteld van het gewicht van het poststuk en de afstand die de bezorging vergde. Binnen een afstand van dertig kilometer gold het goedkoopste tarief, en boven de 100 kilometer het duurste. Ontsmetten van brievenDe eerste Nederlandse berichten over het ontsmetten van brieven stammen uit de achttiende eeuw. Als bewijs van behandeling werden ontsmette brieven in Nederland in de jaren dertig van de negentiende eeuw voorzien van een stempel. De afbeelding rechts toont een brief uit 1836, van Paramaribo naar Deventer. De brief is in het quarantaine-station te Den Helder ontsmet onder verantwoording van de chirurgijn A. Boomsma, zoals te zien is aan het stempel "Marine gezuiverd". Klik op de afbeelding om deze te vergroten. Ontsmette brief
De maatregelen golden vooral voor brieven uit streken met cholera.Dat de angst voor cholera heel diep werd gevoeld, kunnen we aflezen aan de bewoordingen van een depressieve auteur, die in een - overigens gezuiverde - brief uit 1832 het zijn inziens heersende algemeen zedelijk verval als "geestig cholera" omschrijft. Door een Nederlandse commissie werd echter in 1832 een onderzoek naar cholera in Duitsland gedaan. De opzienbarende conclusie was dat cholera geen besmettelijke ziekte was. Hierom verlegde de posterijen aandacht voor zuivering van brieven op post uit streken waar de gele koorts heerste. De eerste PostzegelsTot aan 1852 werden brieven nog zonder postzegel verstuurd. Ze werden wel afgestempeld als bewijs dat er voor de verzending betaald was.Omdat nu ook de afzender vooraf de portokosten kon betalen werd het gebruik van een postzegel noodzakelijk. Hierdoor werd immers duidelijk gemaakt dat de portokosten reeds waren voldaan. Maar omdat de animo om vooraf portokosten te betalen gering was, kwamen de eerste zegels pas op 1 Januari 1852 in omloop. Eerste Nederlandse postzegels.
De Amsterdamse kunstenaar Johan Wilhelm Kaiser (1813-1900) ontwierp hiervoor drie zegels, op basis waarvan op de Rijksmunt te Utrecht drie platen werden vervaardigd met de beeltenis van Koning Willem III. De drie ongetande zegels, van 5, 10 en 15 cent, droegen het woord "Post zegel". Pas in 1870 bepaalde de staat bij wetgeving, dat betaling van de portokosten door de ontvanger van een brief werd afgeschaft. Vanaf die tijd kon alleen nog vooraf porto worden betaald door middel van een postzegel. Stijgend aantal brievenTen gevolge van deze vernieuwingen nam het aantal brieven dat werd geschreven en verstuurd, in rap tempo toe. Tijdens de Tweede Wereldoorlog daalde het aantal poststukken sterk. Toch werden er per jaar nog ruim één miljard brieven bezorgd. De eerste BrievenbussenIn de 17de eeuw verschenen de eerste brievenbussen in de steden. Boden- en postmeesters plaatsten ze bij hun kantoor. Beurt- en trekschuitschippers hingen bussen op bij de afvaartplaatsen voor de verzending van brieven naar steden, die op hun route lagen. In 1850, bij de invoering van de tweede postwet, krijgt IJzergieterij L.I. Enthoven te Den Haag de opdracht tot het maken van 70 brievenbussen voor een prijs van fl. 47,- inclusief het transport. De eerste Nederlandse briefkaartDe eerste officiële briefkaart werd uitgegeven in Oostenrijk, op 1 oktober 1869. Het was een initiatief van Emanuel Hermann, professor in de economie en Minister van Handel. Deze porto was de helft van het nieuwe porto voor brieven tot 15 grs, welke, net als in België, op 1 Januari 1871 zou worden ingevoerd. Eerstedag briefkaart, gebruikt op 1-1-1871 BriefgeheimVolgens de populaire website Wikipedia is het briefgeheim een wettelijk vastgestelde bescherming van poststukken tijdens het transport naar de geadresseerde. Het is een ieder verboden ongeopende post welke niet voor hem of haar bedoeld is te openen en te lezen zonder toestemming van degene aan wie de post gericht is. Schending van het briefgeheim is niet nieuw. De eerste postsorteermachineDoor het in hoog tempo stijgende aantal brieven en de daarmee gepaard gaande kosten ontstond bij de PTT de behoefte aan automatisering van het postsorteersysteem. Er wordt een proefmodel gebouwd bij N.V. de Pletterij vh. L.I. Enthoven & Co te Delft en de machine krijgt de naam "Transorma", naar de beginletters van Transporteren, Sorteren, Marchand, Andriessen en in 1930 wordt de eerste Transorma op het postkantoor te Rotterdam in gebruik genomen. Het personeel dat de machine moet gaan bedienen, kreeg een speciale opleiding tot "transormist". Met de Transorma kon een sorteersnelheid van ca. 3000 brieven per uur worden gehaald, terwijl de handsorteerder een norm van 1800 brieven per uur kon halen. In Brighton, Engeland werden in 1935 twee Transorma machines geïnstalleerd, welke ruim 30 jaar in werking bleven, en zelfs in Zweden werd de machine getest. Daar functioneerde hij echter niet optimaal. Tot in Amerika werden de Transorma's verkocht.Op 2 Mei 1957 werd de eerste Transorma in Amerika in bedrijf genomen in het Blair Station Post Office in Silver Spring, Maryland. In Amerika nam Pitney Bowes de installatie voor zijn rekening. De verwerkingssnelheid was toen al opgelopen tot ca. 15.000 brieven per uur. Getuige een vignet uit de 50-er jaren bestond er al een samenwerkingsverband tussen Werkspoor en Pintney Bowes. Binnen Nederland werden op de postkantoren in Rotterdam, Haarlem, Utrecht, Breda, 's-Hertogenbosch en 's-Gravenhage in totaal twintig Transorma's geplaatst. De laatste machines werden in 1981 in Den Haag buiten gebruik gesteld. Momenteel beschikt TNT post over postsorteercentra voor brieven en pakketpost.Voor pakketpost zijn er vier sorteercentra: twee in Amsterdam, één in Dordrecht en één in Zwolle. Voor de automatische verwerking van brieven heeft TNT zes moderne sorteercentra. Deze zijn gevestigd in de plaatsen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Den Bosch, Zwolle en Nieuwegein. Voor het automatisch verwerken van poststukken moeten deze wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Lees meer in het onderwerp Algemene voorwaarden voor automatisch verwerkbare post. Werking van de Transorma De brieven werden eerst gesorteerd voor stempeling van de frankeerzegels en daarna gesorteerd op plaatsnaam. Elke brief kreeg een uniek plaatsnaamnummer. De plaatsvakken werden geleegd en de brieven kwamen in één van de postzakken voor de betreffende plaats, waarna de post verder werd vervoerd via het spoor. Al met al was dit nog steeds een zeer arbeidsintensief proces. Tussen 1925 en 1950 patenteerde Marchant hij negen wijzigingen en / of verbeteringen aan zijn machine. Stempel- en frankeermachinesDe "postale afstempel- en tellermachine" (frankeermachine) werd ontwikkeld om bedrijven te helpen bij het vooraf betalen van portokosten bij bulkpost, en in 1920 werd het gebruik van frankeermachines door het Wereld Post Vereniging Congres in Madrid toegestaan voor het internationale postverkeer.De eerste frankeermachine in Nederland verschijn dan in 1925. Deze machine, van het merk Universal Postal Franker (UPF), wordt door importeur Ruys Handelsvereniging geplaatst bij de Twentsche Bank te Amsterdam. Hiermee konden echter maar zes vaste frankeerwaarden worden ingesteld. Er zijn dan ook maar 24 stuks van verkocht. Frankeerstempel van de UPF uit 1927 Op 14 September 1927 volgden frankeermachines van het Duitse bedrijf Francotype, eveneens geplaats door Ruys Handelsvereniging en in 1929 werden machines van het Zwitserse Hasler geïmporteerd door Adriaan van Koller en van Os. Hasler werd opgericht in 1852. In September 1930 volgen Komusina-machines, geïmporteerd door de firma Lindenbaum en van Gelder's Schrijf- en Kantoormachinehandel. Tegelijkertijd werd in Amerika een frankeermachine ontwikkeld door Arthur H. Pitney. |