Vensters in enveloppen

Inhoud
- Venstermessen
- Venster uitsnijden
- Afvoer venstersnipper
- Venstervorm
- Voorlopende kant
- Venster aan voor- en achterkant
- Standaard vensters
- Speciale venstervormen
- Dubbele vensters
- Venstergommering
- Venstervorm en venstervlag
- Vensterfilm
- Vensterfilm voor laserprinter
- Snijden vensterfilm

Venstermessen:

Een venster in een envelop kan op twee manieren worden uitgesneden:
1-met een vast venstermes.
2-met een foliemes.

Het mes, wat wordt gebruikt, is afhankelijk van de enveloppenmachine, waarop wordt geproduceerd.
Nieuwe machines beschikken vaak over magneetwalsen, die in oude machines vaak niet aanwezig zijn.

Het foliemes bestaat uit een stalen plaatje, waarop een verhoogd beeld van de uit te snijden venstermesvorm zit.
Dit foliemes wordt op een magneetwals geklikt.
Door deze techniek kan een producent snel van mes wisselen.

Venster uitsnijden

Het venstermes snijdt altijd vanaf de onderkant van het papier de venstersnipper uit.
Tijdens het draaien van de wals waarop het venstermes is bevestigd, komt het mes tegen de boven het papier liggende ronde snijlijst (bij foliemessen) of tegen de tegendrukcylinder (bij vaste messen).
Zo'n snijlijst is een keramische staaf die enigszins scheef in een snijlijsthouder zit op een vaste positie in de machine.
De scheefstand is nodig om tijdens het uitsnijden een schaarbeweging te kunnen maken. De snijlijst moet periodiek iets worden verdraaid, omdat deze tijdens het snijden slijt.


Afvoeren venstersnipper:

In het vaste mes zien we een aantal zuignapjes zitten, die de venster-snipper dmv vacuüm aanzuigt tijdens het uitsnijden. Op het moment dat de venstersnipper helemaal is uitgesneden en het venstermes verder is gedraaid, wordt de snipper dmv blaaslucht in de afzuiginstallatie geblazen. De wals, waarop het venster is gemonteerd, is dus een vacuüm-blaasluchtcylinder.

Bij de foliemessen is in de mesvorm een aantal gaten aangebracht, die hetzelfde doel hebben als de zuignapjes in het vaste mes.

Venstervorm: zie ook Speciale venstervormen

De vorm van het venstermes moet, als we op het mes kijken, gelijk zijn aan het venster, gezien aan de binnenzijde van de envelop. Het mes snijdt immers van onder naar boven (= van buitenzijde envelop naar binnenzijde). Het mes is dus horizontaal gespiegeld ten opzichte van de venstervorm, zoals we die zien als we tegen de buitenkant van de envelop aankijken. De onderkant van het venster is gelijk aan de voorlopende zijde van het venstermes.

Voorlopende kant:

De voorlopende kant van een envelop is die kant, die het eerst door de machine gaat. Dit is altijd de bodemklep oftewel de achterkant, in de afbeelding hiernaast aangegeven met een pijl.
Ook een venstermes heeft een voorlopende kant. Hier zit bij de foliemessen een rand, waarmee het mes in de gleuf van de magneetwals wordt bevestigd, of een aantal rechthoekige gaten die over nokjes op de magneetwals vallen.

Vensters aan voor- en achterkant:

Normaal gesproken zal het bij nagenoeg alle enveloppen mogelijk zijn om aan de voorkant een venster in de envelop te maken.
Meestal geldt wel als productie-eis, dat het venster minimaal 15 mm van de zijkant en onder- of bovenkant af moet staan.

Ook een venster aan de voor- en achterkant van een dienst-envelop (sluitklep aan de lange zijde) is vaak mogelijk, in tegenstelling tot akte-enveloppen (sluitklep aan de korte zijde), waar het meestal niet mogelijk is om een venster aan de achterkant te maken.
De oorzaak hiervoor zit in het feit, dat de magneetwals meestal niet breder is dan de voorkant van de grootste envelop, die op een machine kan worden gemaakt.
Hierdoor zou bijvoorbeeld nog wel een klein formaat akte-envelop kunnen worden voorzien van een venster aan voor- en achterkant, maar een groot formaat niet.

Bij een venster aan zowel voor- als achterkant van een envelop spreken we dan over een "dubbel" venster. Bij gebruik van foliemessen moet hiervoor wel een geschikte magneetwals in de machine zitten.
Zo'n magneetwals moet beschikken over meerdere rijen blaaslucht- c.q. vacuümgaatjes alsmede een inrichting om de betreffende rijen met gaatjes af te stellen als vacuüm of als blaaslucht.

Standaard vensters :

De meest gebruikte venstervormen zijn rechthoeken met rechte- of met ronde hoeken.
De vensters met ronde hoeken hebben meestal een standaardradius van r = 4 mm.

Vaak wordt gebruik gemaakt van genormeerde vensters. Deze voldoen aan de NEN norm 1025.

Er zijn twee NEN 1025 genormeerde vensterformaten:
- 40 x 110 mm.
- 30 x 110 mm.

Beide formaten kennen een genormeerde stand van 50 mm v. boven en 20 mm v. links of 50 mm v. boven en 15 mm v. rechts.
BuhrmannUbbens bijvoorbeeld, voert deze enveloppen met als toevoeging NGR, NGL, NKR en NKL.

Speciale venstervormen:

Dankzij de nieuwe techniek met folievenstermessen zijn er nu meer mogelijkheden om vensters met een bijzonder vorm te produceren.
Een voorbeeld van zo'n speciale venstervorm is hiernaast weergegeven.
In de envelop zit een reclamefolder van een palletwagen, waarbij het handvat door het venster, wat eveneens de vorm van dat handvat heeft, te zien is. KLIK op de afbeelding om te vergroten.

Dubbele vensters:

Op de moderne enveloppenmachines kan meestal gewerkt worden met folie-venstermessen, waarmee één of meerdere vensters kunnen worden gemaakt.
Op oudere machines van het type Tenax kon voorheen alleen een dubbel venster worden gemaakt met een vast venstermes.
Om met deze oudere tenaxen toch te kunnen werken met folie-venstermessen, kan zo'n machine vaak wel worden omgebouwd.

Venstergommering:

Afhankelijk van het type enveloppenmachine wordt of het papier, of de vensterfilm aangelijmd, waarna de vensterfilm wordt afgesneden en over de vensteropening wordt geplakt.
De vensterfilm belijmd met behulp van een venstergommering. De venstergommering kan massief zijn op een metalen kern, of een (polymeer)stempel, wat op een metalen wals wordt geplakt.
De oudere machines van het type Tenax werken vaak nog met een polymeerstempel als venstergommering.
De nieuwe tenaxen, de machines van het type 627 en van het type 341 gebruiken in principe een vaste venstergommeerrol.

Grootte en vorm van de venstergommering:

De venstergommering moet inwendig rondom altijd minimaal 1 en maximaal 2 mm groter zijn dan de vensteruitsparing, om te voorkomen dat er vensterlijm op de rand van het venster - dus aan de buitenkant van de envelop - komt. De breedte van de gommering is 5 tot 7 mm.
De totale hoogte en breedte van de venstergommering moet minimaal 2 en maximaal 4 mm kleiner zijn dan de hoogte en breedte van de strook vensterfilm om er voor te zorgen dat er geen lijm buiten de vensterfilm komt, waardoor de envelop vast kan gaan zitten aan de binnenkant.
De ongelijmde randjes van de vensterfilm, die daardoor ontstaan, noemen we de venstervlag en mogen nooit groter zijn dan 1 tot maximaal 2 mm in verband met mogelijke problemen bij verwerken op couverteermachines.

Als de lijm wordt aangebracht op de vensterfilm, moet de venstergommering gelijk zijn aan de venstervorm zoals we die aan de binnenkant van de envelop zien. Als echter de lijm wordt aangebracht op het papier, dan moet de venstergommering gespiegeld zijn ten opzichte van de venstervorm zoals we die aan de binnenkant van de envelop zien.

De vensterfilm (algemeen)

Als vensterfilm wordt meestal een polystyreenfilm gebruikt, de matte of video-vensterfilm en de glasheldere film.
Ook pergamijn wordt soms nog gebruikt als vensterfilm.
Deze laatste soort kent echter problemen, aangezien pergamijn niet als stabiel wordt ervaren en deformatie van de envelop tot gevolg kan hebben. De envelop kan hierdoor krom trekken, wat weer storing op (na)drukmachines en / of couverteermachines kan geven.
Ook heeft pergamijn met betrekking tot het lezen van gegevens bij automatische postverwerking niet de voorkeur.

Naast voornoemde vensterfilms wordt tegenwoordig ook een biologisch afbreekbare film gebruikt.

Laserprinter geschikte vensterfilm

Een nieuwe soort is een film, die geschikt is als vensterfilm voor enveloppen, die op een laserprinter kunnen worden geprint.
De trommel van een laserprinter wordt erg heet waarbij een standaard polystyreenfilm sterk gaat vervormen. Zie de afbeelding rechts.
De speciale laserprintervensterfilm is goed bestand tegen hoge temperaturen.

De verwerking van deze (hardere) film vergt over het algemeen wat meer aandacht aangezien hiervoor meestal een wat zwaardere film (50 µm) wordt gebruikt.
Ook de afslagmessen, die zorgen voor het afsnijden van een stuk vensterfilm, moeten voor wat betreft scherpte en afstelling perfect in orde zijn.

Snijden van de vensterfilm

De vensterfilm wordt vanaf de rol aangevoerd naar het snijstation. Hiervan worden telkens passende stukjes afgesneden met behulp van een roterend mes dat langs een vast mes snijdt (afb. links).

Deze strookjes vensterfilm worden via een wals getransporteerd waarbij de vensterfilm dmv vacuüm tegen de wals wordt gezogen (afb. rechts) en op het juiste moment tegen de binnenkant van de envelop wordt geplakt.

Deze wals is dus, net als de wals waar het folievenstermes op zit, een gecombineerde vacuum-blaasluchtwals.

Bij zéér grote vensters aan één stuk is het raadzaam om zo mogelijk een zwaardere vensterstof te gebruiken, bijvoorbeeld 50 µm.
De vensterfilm heeft standaard een dikte variërend van 29 tot 32 µm. Bij zeer grote oppervlakken kan het venster minder goede tot slechte vlakligging gaan vertonen.