ENVELOPPENPRODUCTIE VAN ROLLEN PAPIER


Inhoud:
- Afwikkeling
- Papierbaancorrectie
- Bedrukking: binnen- en buitendruk
- Vensters uitsnijden
- De achterkant van de envelop
- Rillen
- De zijkleppen
- Omvouwen van de onderklep (achterkant)
- Gommeren van de sluitklep
- Het uitlegrad

ALGEMEEN

Naast het produceren van enveloppen uit vellen papier (plano) worden de meeste enveloppen geproduceerd uit rollen papier.
Het produceren van enveloppen uit rollen papier gebeurt op speciale rollenmachines.

Rollenbok

AFWIKKELING

Het proces begint met het afwikkelen van een rol papier (afb. rechts).

Op de moderne enveloppenmachines gebeurt dit op een afwikkelbok, voorzien van twee assen.
Bovenaan de afwikkelbok is een installatie geplaatst, die het mogelijk maakt om met volle afwikkelsnelheid van rol te wisselen, het zogenaamde "vliegend lassen".


PAPIERBAANCORRECTIE

Baancorrector Omdat in een rol papier altijd enige dikteverschillen voorkomen over de breedte van de papierbaan, kan deze in de enveloppen machine gaan verlopen.
Dit wordt tegengegaan door een baancorrector die er voor zorgt, dat de papierbaan altijd op de zelfde positie door de enveloppenmachine wordt getransporteerd.


BEDRUKKEN: binnen- en buitendruk

Bedrukte baan papier Als eerste wordt de papierbaan aan de bovenkant in flexo bedrukt zodat de binnenzijde van de envelop ontstaat (afb. links).
De ruimte, waar straks de klepgommering en de zijkleplijm wordt aangebracht, en eventueel het venster, is in de bedrukking uitgespaard.

In dezelfde machinegang kan ook een flexo-buitendruk worden aangebracht op de onderzijde van de papierbaan.
Meestal zitten er twee flexodrukwerken tbv buitendruk en één binnendrukwerk in een enveloppenmachine, die lijnen, grovere rasters en volvlakken kunnen drukken.

4-kleurendrukwerk De buitendruk kan soms ook als full-colordruk (maximaal vier kleuren) worden uitgevoerd. Dit is afhankelijk van het drukwerk, wat in de machine is gebouwd. Zo'n full-colordrukwerk heeft speciale rasterwalsen die zeer fijne rasters kunnen drukken met een nauwkeurige registerpositie.
Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan met een Tetraflexdrukwerk van Winkler + Dünnebier.
Hierin zit één centrale tegendrukwals met daaromheen vier inktwerken voor buitendruk en één drukwerk voor de binnendruk.
KLIK op de afbeelding rechts voor een grotere weergave.


Uitsnijden vensters

Uitgesneden vensters Schematisch vensterstation Na het aanbrengen van de bedrukking wordt bij het vensterstation (afb. rechts) het venster uit de papierbaan gesneden.
Dit kan per envelop één venster zijn of meerdere vensters. Ook kan vaak zowel aan de voor- als aan de achterkant een venster worden aangebraht.
De vensteropening wordt afgedekt met een vensterfilm. Zie voor uitgebreide informatie het onderdeel Vensters in enveloppen
DE ACHTERKANT VAN DE ENVELOP

Vorming zijkleppen en onderkant Als de vensters zijn uitgesneden en de film is aangebracht, worden strookjes uit de zijkanten van de papierbaan gesneden, die de vorm hebben van een langgerekte vleugel.
Door deze "vleugels" weg te snijden, ontstaan de zijkleppen en de vorm van de achterkant van de envelop, ook wel bodemklep genoemd. Op de afbeelding rechts is deze aangegeven met A.

De messen, die daarvoor worden gebruikt, worden dan ook wel "vleugelmessen" genoemd.
Folie-vleugelmes Vast-vleugelmes Hiervoor kan een foliemes worden gebruikt (afb. LINKS) of vaste messen (afb. RECHTS).

RILLEN

Om de sluitklep, de onderkant en de zijkleppen te kunnen vouwen, moet op de plaats van de vouw eerst een voorvouw of ril worden aangebracht.
De ril voor de sluitklep en de onderkant, wordt aangebracht met een knikwals. De ril voor de zijkleppen wordt aangebracht met ronde rilmessen, die continue in de baanrichting meelopen.
Zie voor uitgebreide informatie het onderdeel Rillen.

De zijkleppen

Vervolgens worden de zijkleppen omgevouwen (afb. links) en belijmd dmv segmentbelijming (afb. midden) of spuitkopbelijming (afb. rechts), waarna de baan met een trennmes wordt doorgesneden. Hierdoor ontstaat de losse envelop met de vorm van de sluitklep (B) en de halsopening (C).

Omgevouwen zijkleppen Segmentbelijming Spuitkopbelijming

Voor het scheiden van de enveloppen kan in dit geval zowel een vast mes (afb. links) als een foliemes (afv. recht) worden gebruikt.

Vast trennmes Folie trennmes


OMVOUWEN VAN DE ONDERKLEP (achterkant)

Segmentwals De onderkant van de envelop (C) wordt omgevouwen en vastgeplakt op de belijmde zijkleppen. Hierbij wordt de bovenkant van de envelop vastgehouden dmv twee segmenten (B) op een wals (A), terwijl de onderkant los blijft hangen.
De wals draait nu verder en vouwt de onderkant om waarna de gevouwen envelop tussen twee walsen doorgaat.


Complete envelop Hierbij wordt de achterkant van de envelop omgevouwen en vastgeplakt op de zijkleppen.


GOMMEREN VAN DE SLUITKLEP

De enveloppen worden nu zodanig op elkaar gelegd (gestaffeld) (afb. links), dat het te gommeren deel van de sluitklep zichtbaar blijft.
De 'gestaffelde' enveloppen worden nu onder het gomwerk (afb. midden) doorgevoerd, waarna de gegomde enveloppen door de droogbaan gaan (afb. rechts).
De droging vindt meestal plaats dmv hete lucht.

Gestaffelde enveloppen Gomstation Droogbaan

Als laatste wordt van elke envelop de sluitklep omgevouwen.


HET UITLEGRAD

Uitleg-radUitlegtafel Tenslotte wordt elke envelop in een uitlegrad - ook wel staffelwiel (afb. links) genoemd - gevoerd en omgekeerd (met de klep naar onder) op de uitlegtafel (afb. rechts)geplaatst.
Lees ook het stuk over de uitvinding van het uitlegrad.