BREEKRANDEN
- Inhoud:
- - Breken op de randen
- - Problemen met breken
- - Rillen
"Breken” op de randen:
Enveloppen worden voordat de kleppen worden gevouwen, altijd voorzien van een ril.
Toch zien (en voelen) we in sommige gevallen “gebroken” randen aan de boven en/of onderkant van een envelop of bij een gevouwen vel papier.
Dit kan o.a. optreden bij harde papiersoorten en gevergeerde papiersoorten zoals Conqueror vergé (Arjowiggins), en is in deze gevallen inherent aan het gebruikte papier.
Ook bij papiersoorten met een strijklaag (kleicoating) kan dit verschijnsel optreden.
Gecoate papiersoorten kan men bv herkennen door met een gouden ring over het oppervlak te wrijven. Bij gecoate papiersoorten zien we dan een grijze streep verschijnen.
Bij enveloppen uit gevergeerd papier is deze breking meestal alleen te zien aan de boven- en onderzijde van de envelop.
Dit komt, omdat de looprichting van het papier bijna altijd haaks op de sluitklep staat en de langere papiervezels als het ware doormidden breken. Aan de zijkanten vouwt het papier met de looprichting mee.
De ril ( voorvouw ), die wordt aangebracht om de sluitklep en de onderkant van de envelop om te vouwen, loopt parallel aan de waterlijnen, die altijd enigszins golvend
in het papier zitten (zie de afb. linksonder).
Deze lijnen worden meestal met een egoutteurwals als een watermerk op de papiermachine aangebracht.
Hierbij worden plaatselijk de papiervezels "verdrongen", waardoor het papier op die plaats dunner = doorschijnender wordt.
Door de dikteverschillen ten gevolge van het aanbrengen van de vergure ontstaat het “breken” van het papier.
Hoe zwaarder/sterker de vergure en hoe hoger het gramgewicht van het papier, des te groter is de kans op “breken” tijdens het vouwen van de kleppen.
Problemen met breekranden:
Met name bij zwaardere, gevergeerde papieren kunnen breekranden optreden.
Dit kan in het ergste geval leiden tot extra stofvorming, waardoor bij het nadrukken van enveloppen in offset spanjolen kunnen ontstaan.
Rillen:
Op vouwmachines probeert men het "breken" te voorkomen door bijvoorbeeld de plaats waar gerild wordt, vochtig te maken, of te rillen via een holril-systeem (zie afb. rechtsonder).
Deze methoden zijn op enveloppenmachines niet beschikbaar.
|